Keuzes… keuzes….

In de update meldden we het al even: Op 2 januari starten we met een echt DutchMQG BOM (Block of the Month)! WOEHOE! 

In dit blog lichten we al een tipje van de sluier op en geven we je wat tips. Welke kleuren? Welke stoffen? Welke maten? En maak je het patroon van elke maand of sla je soms een maandje over?

Je krijgt iedere maand een nieuw patroon van een blok, ontworpen door DutchMQG-leden.

Het jaar is verdeeld in 4 kwartalen, waarvoor drie blokpatronen zijn gemaakt. Het eerste blok van elk kwartaal moet goed te doen zijn, zelfs voor de beginnende quilter, en het laatste blok biedt wat meer uitdaging. Je krijgt dit blok (of variaties ervan) steeds in drie maten: 3”, 6” of 9”. 

Elke maand krijg je dus een blokpatroon met verschillende mogelijkheden. Maar dan….. 

Om je wat houvast te geven heeft Irene alvast verschillende mogelijke layouts bedacht. 

  • Een “gewone sampler” waarin je alle  9” blokken verwerkt, aangevuld met sashing en borders 
maat: 50 x 65 inch
  • Een aantal layouts in verschillende maten waarin je ook nog eens alle drie de maten blokken door elkaar kunt gaan gebruiken. Deze layouts komen als invulplaat op de site en je kunt de verschillende blokken erin puzzelen. Welke blokken je maakt, in welke maten en hoeveel van elk is dan aan jou. Of misschien maak je van een van de patronen wel 6 blokken in plaats van 1 of 2.
Een grote variant met veel verschillende blokken, maat: 48 x 60 inch
Een 15 x 24 inch kussen. Met een kleine border hier omheen past hierin mooi een 40 x 65 cm kussen. Deze layout heeft 12 blokjes, dus maak je elke maand 1 blok 
18 x 18 inch met 16 blokjes erin
 24 x 30 inch

De layouts geven je dus wat houvast. Afhankelijk van de layout en welke maat quilttop je wilt maken, kies je het aantal blokken. Welk blok je dan op welke plek doet, en hoeveel van welk ontwerp, dat is helemaal aan jou.

 

Welke kleuren? Welke stoffen?

De top wordt een bont geheel als je alle blokken maakt. Elke maand is er immers een ander blok van een andere ontwerper. 

Een keuze is om te gaan voor een rustige basis, met daarin blokken met accentkleuren en stoffen met patronen. Als je een neutrale basis kiest, bijvoorbeeld wit, grijs of low volume met weinig patroon, dan kun je in je blokken los gaan met kleur. 

Maar dan zijn er nog steeds veel mogelijkheden. We zetten er een aantal hier op een rij.

Top helemaal rustig

  • achtergrondstof: neutraal (dit kan wit zijn, maar bijvoorbeeld ook marineblauw, zwart of grijs)
  • accentstof: neutrale kleuren of een beperkt kleurenpalet (bijv. drie kleuren)
  • als je kleuren kiest die naast elkaar op de cirkel liggen dan is het effect het meest rustig. Kies je pasteltinten of ‘vuile’ kleuren dan blijft het ook rustiger.

Top rustig met accenten binnen een kleurfamilie

  • achtergrondstof: neutraal of low volume met weinig patroon
  • accentstof: beperkt kleurenpalet (bijv drie kleuren) 
  • Je kunt hier ook kleuren kiezen die in een driehoek op de kleurencirkel liggen of kleuren die naast elkaar liggen, maar dan de meer verzadigde (fellere) kleuren gebruiken. Als je een stof met een patroon gebruikt, kijk dan of daar dezelfde kleurcombinaties in voorkomen.

 

Top met een rustige achtergrond maar bont in de blokken (scrappy)

  • achtergrondstof: low volume
  • accentstof: deze keuze is ideaal voor scraps. Je kunt in elk blok andere scraps gebruiken. 
  • Wil je dat de blokken toch een geheel gaan vormen, kies dan voor elk blok in ieder geval een van de kleuren of stoffen hetzelfde. Of kies uit je scraps die stapel die binnen een kleurfamilie past.

 

Top lekker bont

  • achtergrondstof: een bonte basis: bijvoorbeeld effen stof maar dan een regenboogverloop over de quilt
  • accentstof: Alles wat je wilt kun je gebruiken
  • Als je wilt dat het ontwerp van de blokken toch goed zichtbaar blijft, let dan op dat je voor elk blok een licht, midden en donkere stof gebruikt. Dit kun je testen door je ogen bijna dicht te knijpen en dan te kijken naar de stoffen. Of je maakt een zwartwit foto (zie ook de blogpost over ombre).

Op 2 januari vind je het eerste patroon hier op de site. Hopelijk heb je tussen kerst en oud/nieuw tijd om alvast in je stofvoorraad op zoek te gaan naar een mooi stapeltje voor de BOM 2023!  Geniet ervan! 

En heb je al vragen, opmerkingen of vooral heel veel zin, dan horen we het graag. 😉

 

geschreven door Mique (en een beetje door Erica) met foto’s van Mique, Sanne en Erica en layouts door Irene 

Thema kussens maken

De thema’s van DutchMQG zijn uitdagingen. Zo probeer ik het in ieder geval te zien. Het is steeds weer even zoeken hoe je er invulling aan kunt geven. En ik heb niet iedere keer tijd (of, om eerlijk te zijn, zin) om er een hele quilt aan te wijden…

Toch doe ik graag mee, omdat ik het leuk vind om steeds weer wat anders te doen, te proberen en zo te leren. De miniquilt – uitdagingen van Curated Quilts zijn daar ook altijd heel goed voor trouwens. Strakker afgebakend dan de thema’s, dat wel. Miniquilts zijn ook een fijne manier om iets te proberen dat niet meteen groots hoeft te worden. Maar goed wat doe je daar dan vervolgens mee. Dus daarom: kussens. Mini-quilts maar dan opgevuld en knuffelbaar. Leuk om cadeau te geven (al moet ik toegeven dat ik er inmiddels ook best een stapeltje van heb liggen).

Het thema van dit kwartaal OMBRE van dit kwartaal ligt me eerlijk gezegd niet helemaal. Kies over het algemeen voor wat meer contrast, wat grafischer. Denk ik toch…al vind ik het ook wel lastig om “mijn stijl” te omschrijven. Maar goed daar gaat dit verhaal niet over.

OMBRE dus. Ik had nog een lapje (F8) liggen met een kleurovergang van geel naar blauw. Perfect voor dit thema en voor een kussen. Nu nog een plan. In Birmingham kocht ik bij sewmotion EPP-malletjes om, voor mij voor het eerst, echt in het rond te werken met EPP.  Met passen en meten passen de grote vormen precies in de F8… nog even goed nadenken over hoe je dan het beste ombre gevoel krijgt in een cirkel. In mijn eerste plan eindigde geel naast blauw. Uiteindelijk wilde ik het ombre effect juist aan twee kanten krijgen, met blauw en geel tegenover elkaar. Dat paste door de vorm om en om te leggen. En er bleef nog een fijn randje over, dat ik ook even aan elkaar moest puzzelen.

 

Ik wissel mijn kussenvullingen tussen verschillende kussens. Daarom vind ik het fijn om het makkelijk verwisselbaar te maken. Dat doe ik op verschillende manieren. Ik vind over het algemeen de zogenaamde “envelop” manier, waarbij je twee overlappende delen maakt aan de achterkant niet zo mooi. Dat gaat altijd een beetje open staan, zelfs met een grote overlap. Dit kussen kreeg daarom een rits aan de achterkant. Zo een die je zelf op maat kan maken. Met een zippertje in een andere kleur, gewoon omdat dat leuk is. En deze ritsen zijn wat betaalbaarder…

Ik naai de rits ook wel eens wat meer onzichtbaar in de zijnaad (tip: niet te korte rits… anders gaat dat kussen er toch echt niet zo makkelijk in, of weer uit) Of gebruik ik juist een sierrits die ik er heel opvallend op naai (als ik een passend kleurtje heb).

Of ik gebruik gekleurde camsnaps (met zo’n tang van Prym)…leuk om ze te laten passen bij de kleuren aan de voorkant. 4” / 10 cm ertussen is prima is mijn ervaring.  Zilveren drukkers gebruik ik ook wel eens, maar daar heb ik dan toch vaker ruzie mee.

Tijdens een workshop van Chris English in Birmingham liet hij zijn manier van achterkanten maken zien: hij gebruikt een overhemd, juist het deel met de knoopjes. Zo kan het kussen ook open… heel makkelijk en duurzaam ook nog. En je kunt zelfs twee verschillende overhemden gebruiken, voor een leuk effect. (al bleek ik toen toch een paar knoopjes opnieuw te moeten aannaaien).

Soms besteed ik extra aandacht aan de achterkant. Dan maak ik er ook een (wat eenvoudigere) quilt van, met batting en al. Geeft je kussen ook meer stevigheid. Ik gebruik voor de achterkant dan bijvoorbeeld de scraps van de voorkant. Eigenlijk wel veel leuker en mooier, maar soms wil je gewoon dat het af is, toch?

Maken jullie wel eens kussens? Hoe werken jullie ze af? Deel je tips en trucs hieronder.

De naaikamer van Cindy

geschreven door Sanne

Op een maandagavond heb ik afgesproken met Cindy om een (digitaal) kijkje te mogen nemen in haar naaikamer. Haar twee katten, die het ook machtig interessant vinden, houden ons gezelschap. 

Haar naaikamer bevindt zich in de zonnigste kamer van het huis, vertelt Cindy. De kamer heeft meerdere functies, het is niet alleen haar naaikamer, maar tevens ook de televisiekamer en de kamer voor de katten. Het was eerst de studeerkamer van haar man, maar nu deze naar boven is verhuisd, stelde hij zelf voor om hier een plek in te richten voor de naaispullen van Cindy. Ze vertelt dat ze dit eerst gewoon aan de keukentafel deed, maar hij vond het toch wel wat vervelend dat het altijd een zooi was, of er nog dingen stonden. Dus volgens mij een win-win situatie voor allebei. 

Het is echt een gedeelde kamer, waar ze allebei samen kunnen ontspannen, hij lekker op de bank een documentaire kijken en zij aan het quilten. De Round Robin quilt heeft een mooi plekje gekregen boven de bank. De quilts die op dit moment af zijn hebben een plek gekregen in haar huis en worden ook echt gebruikt.

 

Cindy bergt alles netjes op in boxen, voornamelijk voor de katten die overal mee willen spelen en op ontdekkingstocht gaan. Ze vertelt dat ze laatst een keer het speldenkussen vergeten was op te ruimen. De spelden vond ze uiteraard de volgende dag overal terug. Dit past volgens mij ook bij haar manier van werken wel, gedurende een project worden het steeds meer stapeltjes, wel netjes opgevouwen na het snijden, maar daarna wordt alles weer netjes opgeborgen. Ze houdt ervan dat alles een eigen plek heeft, zodat je er snel mee aan de slag kan. Tijdens de scrap-challenge vorig jaar (2021) heeft een grote etui gemaakt waar ze alles in bewaart. Leuk om te zien dat challenges echt gebruikt worden. 

Alles staat lekker door elkaar in de grote kast, maar ze weet het zelf goed te vinden. Ze gebruikt IKEA kastjes om alles op te bergen, zoals de haaknaalden en projecten waar ze mee bezig is. De katten dwingen haar wel tot meer opruimen dan eerst, zodat ze niet met allerlei kleine stukjes aan de haal gaan en Cindy opnieuw moet gaan snijden. Een goede tip van haar is dat ‘wonder clips’ ook ontzettend geschikt zijn om alles bij elkaar te houden. Wat ook ontzettend goed werkt voor haar zijn project dozen, hier is ze sinds kort mee begonnen en dat werkt echt ontzettend fijn. Het zorgt er vooral voor dat ze niet misgrijpt naar een stofje dat per ongeluk in een ander project is beland, dan waar het oorspronkelijk voor bedoeld is. 

Haar voorraad staat niet in deze kamer, maar in doorzichtige bakken boven in haar werkkamer. Alles netjes opgevouwen, net als FQ en dan 2 rijen naast elkaar in elke bak en lekker overzichtelijk. Ooit is het begonnen met ongeveer 3 bakken, maar nu zijn het er ondertussen al 12 geworden. Dit komt neer op ongeveer 1 bak per kleur, en stoffen tot F8 mogen erin, maar kleiner gaat bij de restjes. Voor de grote stukken stof heeft ze nog niet echt een goed systeem gevonden en ze worden nog wel eens vergeten. 

Ze heeft als werktafel een tafel die ze op verschillende hoogtes kan zetten, zodat ze afhankelijk van wat ze doet de hoogte aan kan passen. Ook al vergeet ze dit meestal en staat hij op de ideale hoogte voor het naaien. Alleen als ze veel moet snijden zet ze hem wel eens omhoog. Waar ze verder erg blij mee is, is een rollende stoel waarmee ze heen en weer rolt van de machine, naar de strijkplank, de snijplank en weer terug. 

Als Cindy naar buiten kijkt, kijkt ze uit op de straat van haar woonwijk waar eigenlijk altijd wel wat gebeurd. Ook heeft ze een quilt-puzzel die ze cadeau heeft gekregen opgeplakt en het plan is dat die aan de muur komt te hangen achter haar naaimachine, wederom een idee van haar man. Leuk om tijdens het gesprek te horen dat haar man zo betrokken is bij haar quilt-hobby. Ze vertelt dat hij, toen ze net begon met quilten, ook heel duidelijk zei dat hij niet overal gequilte kussentjes, pannenlappen enzovoorts in het huis wil. Maar nu hij ziet wat ze maakt, is hij helemaal om en komt zelf met suggesties van wat ze nog meer kan maken. 

Waar ik ook benieuwd naar ben, is of Cindy nog wensen/dromen heeft voor haar naaikamer. Een wens voor haar kamer die ze onlangs in vervulling heeft laten gaan is het toevoegen van een klein bijzettafeltje. Deze was iets te klein, maar door creatief te zijn en een extra plank erop te leggen is het tafeltje iets groter gemaakt. Hierdoor heeft ze een vaste strijk plek gecreëerd met behulp van een wollen strijkmat, die goed past in haar kleine kamer. Een fijne toevoeging is ook een zogeheten ‘quilt clapper’ die Cindy gebruikt bij blokken die af zijn om ze toch een stuk platter te maken.

Een andere wens van Cindy is toch een wat langere en bredere tafel aan de machine. Nadeel is wel dat je deze ook weer moet opbergen, dus dat is nog een afweging. Verder nog genoeg om uit te proberen, te experimenteren en aan de slag te gaan met verschillende en nieuwe technieken. Ooit in de toekomst misschien toch nog wel graag een keer een long-arm, maar daar is nu zeker geen ruimte voor. 

Cindy, ontzettend leuk dat je als eerste mee wou werken aan het interview en dat je ons een blik in jouw naaikamer gunt.