Thema kussens maken
De thema’s van DutchMQG zijn uitdagingen. Zo probeer ik het in ieder geval te zien. Het is steeds weer even zoeken hoe je er invulling aan kunt geven. En ik heb niet iedere keer tijd (of, om eerlijk te zijn, zin) om er een hele quilt aan te wijden…
Toch doe ik graag mee, omdat ik het leuk vind om steeds weer wat anders te doen, te proberen en zo te leren. De miniquilt – uitdagingen van Curated Quilts zijn daar ook altijd heel goed voor trouwens. Strakker afgebakend dan de thema’s, dat wel. Miniquilts zijn ook een fijne manier om iets te proberen dat niet meteen groots hoeft te worden. Maar goed wat doe je daar dan vervolgens mee. Dus daarom: kussens. Mini-quilts maar dan opgevuld en knuffelbaar. Leuk om cadeau te geven (al moet ik toegeven dat ik er inmiddels ook best een stapeltje van heb liggen).
Het thema van dit kwartaal OMBRE van dit kwartaal ligt me eerlijk gezegd niet helemaal. Kies over het algemeen voor wat meer contrast, wat grafischer. Denk ik toch…al vind ik het ook wel lastig om “mijn stijl” te omschrijven. Maar goed daar gaat dit verhaal niet over.
OMBRE dus. Ik had nog een lapje (F8) liggen met een kleurovergang van geel naar blauw. Perfect voor dit thema en voor een kussen. Nu nog een plan. In Birmingham kocht ik bij sewmotion EPP-malletjes om, voor mij voor het eerst, echt in het rond te werken met EPP. Met passen en meten passen de grote vormen precies in de F8… nog even goed nadenken over hoe je dan het beste ombre gevoel krijgt in een cirkel. In mijn eerste plan eindigde geel naast blauw. Uiteindelijk wilde ik het ombre effect juist aan twee kanten krijgen, met blauw en geel tegenover elkaar. Dat paste door de vorm om en om te leggen. En er bleef nog een fijn randje over, dat ik ook even aan elkaar moest puzzelen.



Ik wissel mijn kussenvullingen tussen verschillende kussens. Daarom vind ik het fijn om het makkelijk verwisselbaar te maken. Dat doe ik op verschillende manieren. Ik vind over het algemeen de zogenaamde “envelop” manier, waarbij je twee overlappende delen maakt aan de achterkant niet zo mooi. Dat gaat altijd een beetje open staan, zelfs met een grote overlap. Dit kussen kreeg daarom een rits aan de achterkant. Zo een die je zelf op maat kan maken. Met een zippertje in een andere kleur, gewoon omdat dat leuk is. En deze ritsen zijn wat betaalbaarder…
Ik naai de rits ook wel eens wat meer onzichtbaar in de zijnaad (tip: niet te korte rits… anders gaat dat kussen er toch echt niet zo makkelijk in, of weer uit) Of gebruik ik juist een sierrits die ik er heel opvallend op naai (als ik een passend kleurtje heb).


Of ik gebruik gekleurde camsnaps (met zo’n tang van Prym)…leuk om ze te laten passen bij de kleuren aan de voorkant. 4” / 10 cm ertussen is prima is mijn ervaring. Zilveren drukkers gebruik ik ook wel eens, maar daar heb ik dan toch vaker ruzie mee.
Tijdens een workshop van Chris English in Birmingham liet hij zijn manier van achterkanten maken zien: hij gebruikt een overhemd, juist het deel met de knoopjes. Zo kan het kussen ook open… heel makkelijk en duurzaam ook nog. En je kunt zelfs twee verschillende overhemden gebruiken, voor een leuk effect. (al bleek ik toen toch een paar knoopjes opnieuw te moeten aannaaien).
Soms besteed ik extra aandacht aan de achterkant. Dan maak ik er ook een (wat eenvoudigere) quilt van, met batting en al. Geeft je kussen ook meer stevigheid. Ik gebruik voor de achterkant dan bijvoorbeeld de scraps van de voorkant. Eigenlijk wel veel leuker en mooier, maar soms wil je gewoon dat het af is, toch?


Maken jullie wel eens kussens? Hoe werken jullie ze af? Deel je tips en trucs hieronder.