Quiltboek van de maand: Journey to the Centre of a Quilter

Dit is het in deze zomer gepubliceerde boek van Jo Avery over haar persoonlijke ontwikkeling als quilter en haar belangrijkste quilts sinds 2017.

 

Auteur

 

Jo Avery werd in London geboren en woont nu in de buurt van Edingburgh in Schotland. Als designer van quilts en borduurwerk heeft ze al verschillende prijzen gewonnen. Op het afgelopen Festival of Quilts in Birmingham had ze een eigen solotentoonstelling met de quilts die ook in dit boek te vinden zijn. Alhoewel ze altijd al jaren bezig was met stoffen, kleuren en garen begon ze in het begin van de jaren 90 met het maken van quilts. Sinds 2017 heeft ze echt haar eigen stijl gevonden en werkt ze hoofdzakelijk in de improv-techniek. Haar website met haar blog vind je hier.

Samen met haar vriendinnen Lynne Goldsworthy en Karen Lewis heeft ze The Thread House Academy, waar ze online workshops aanbieden. Hier kun je enkele online-cursussen boeken of voor een lagere prijs ook een jaarabonnement kopen. In dit abonnement bieden ze elk kwartaal een eigen thema met workshops waarbij ze zich elke maand afwisselen Ik persoonlijk vind dat ze ontzettend duidelijk, prettig en rustig uitlegt in haar workshops.

Jo heeft meerdere boeken gepubliceerd bij Stash Books, waaronder ‘New Patchwork and Quilting Basics’ en ‘Modern Crewel Embroidery’. Ook is ze Aurifilosopher en heeft 3 eigen garencollecties bij Aurofil op haar naam staan.

 

De opbouw van het boek

Het boek is erg persoonlijk geschreven, ze schrijft over haar eigen leven en toont foto’s met quilts in haar eigen huis. In de introductie van het boek schrijft Jo dat het meeste uit dit boek tijdens het Festival of Quilts tentoon werd gesteld. Ze wilde graag een soort catalogus maken, verrijkt met een aantal projecten die nagemaakt kunnen worden. 

 

Nadat ze jarenlang in traditionele technieken gequilt had, had ze het gevoel tegen een muur aan te lopen. Ze verloor haar interesse aan het in haar beleving moeizame omzetten van geschreven patronen door de vereiste precisie qua snijden en naaien. Ze kwam in aanraking met het boek van Heather Black ‘Modern Quilt Design’ en het traditionele snijden stond haar zo tegen, dat ze begon uit de vrije hand zonder meten het quiltpatroon op een foto uit het boek na te maken. Het werd een grappige ‘funky’ versie schrijft ze met schots en scheve blokken. Dit was haar eerste echte improv ervaring en ze had er zoveel plezier van dat ze alleen nog maar zo wilde werken.

In het boek vertelt ze haar verdere ontwikkeling sinds 2017, min of meer chronologisch, met alle verhalen achter haar gemaakte quilts. Hoe ze haar eerste bomenquilt ‘Poplars’ gemaakt heeft en haar inspiratie hiertoe. Ze houdt erg van de natuur en het volgende was een bloemenquilt, geïnspireerd door haar eigen tuin.

De Dandelion clocks ontstonden nadat het FPP populair werd en zij dit op haar eigen manier geprobeerd heeft om te zetten in ronde vormen. Ze beschrijft haar weg naar haar temperatuurquilts, het borduren en het appliqueren. Wie herinnert zich niet haar geappliqueerde fantasievogels? Daarmee heeft ze verschillende stofboekjes gemaakt, die ook op het Festival of Quilts 2023 te bewonderen waren.

 

Na dit gedeelte van het boek over haar eigen ontwikkeling en het vinden van haar eigen stijl zijn in het boek 5 projecten opgenomen om zelf uit te proberen. Het eerste is een kleine temperatuurquilt met cirkels die 1 maand omvat. Ze legt uitgebreid stap voor stap en met veel foto’s alles uit. Zo ook bij de volgende projecten die in het boek staan: een kussen met een cirkelpatroon met allerlei punten, een speelkleed en een kussen samengesteld uit verschillende improv blokken en een klein bloemenquiltje. Dit zijn allemaal inspiratiebronnen die jezelf kunt veranderen of uitbreiden naar jouw eigen voorstelling. Ze sluit het boek af met een kleine voorstelling van de Thread House Academy en informatie over waar haar patronen en workshops online te vinden zijn.

 

Mijn ervaring met dit boek

 

Het werk van Jo Avery spreekt me erg aan en ik kon het persoonlijk bewonderen tijdens mijn bezoek aan het Festival of Quilts in 2023. Ik werd helemaal verliefd op haar kleurrijke, soms een beetje wilde, maar ook erg moderne improv quilts. Toen ik hoorde dat ze dit boek ging publiceren, heb ik het gelijk voorbesteld en kreeg het met een lief handgeschreven persoonlijk berichtje geleverd. Dit is hoe Jo is, erg persoonlijk en toegankelijk. Iets wat haar tijdens het laatste FOQ opgebroken is, omdat haar de aandrang en de vele gesprekken hier een beetje overvallen hebben.

Ik ben lid van de Thread House Academy en in het eerste kwartaal was het thema ‘Tiny’ en de lessen van Jo gingen over het maken van kleine huisjes. Ook in dit boek staan de quilts hierbij. Dit heeft mij geïnspireerd om bij de foto van het huis van Pipi Langkous van Muriël voor de pouch swap een aantal bontgekleurde huisjes te maken. Dit was vond ik erg leuk om te doen. Ik word er gewoon helemaal blij van, deze ongecompliceerde en vrolijke manier van quilten!

Jo Avery (2025), Journey to the Centre of a Quilter, Stitch Gathering, Linlithgow, Scotland, Engels, softcover, 91 blz., ISBN 978-1-0684944-0-6.

Quiltboek van de maand: Liberty. Design. Pattern. Colour.

Eigenlijk geen echt ‘quiltboek’ deze maand, maar wel een inspiratieboek dat goed te gebruiken is voor quiltdesign. Een boek dat uitgegeven werd naar aanleiding van het 150 jarige bestaan van Liberty of London.

De auteur

 

Kassia St. Clair is een auteur waarvan ik al eerder een boek beschreven heb, namelijk ‘Het geheime leven van kleuren’. Misschien herinnert de een of de andere zich nog aan deze blog. Ze is een journaliste die essays, reviews en interviews schrijft. Een bijzonder thema van haar is kleur en ze heeft dan ook een column hierover in ‘Elle Decoration’. Ook houdt ze regelmatig lezingen voor grote bekende musea. Ze houdt zich bezig met de geschiedenis van kleuren en stoffen en daar past dit boek goed bij.

Opbouw van het boek

 

Dit bijzondere boek spreekt al aan door zijn mooie hardcover met een print van een Liberty stof uit de actuele collectie van begin dit jaar en het grote formaat. Binnenin zijn er veel stofontwerpen over twee hele bladzijdes te zien. En boek wat je dus open kunt zetten in de kast om elke dag een ander design als een ‘schilderijtje’ te vertonen. De kaft binnenkant is zwart wat drama geeft aan de eerstvolgende 7 bladzijdes met ontwerpen vol kleur voor het eigenlijke begin van het boek.

 

In de introductie wordt het ontstaan en de ontwikkeling van het bedrijf Liberty met de iconische winkel in het centrum van London besproken geïllustreerd met historische foto’s. Begonnen in 1875 als een kleine winkel in Regent Street van Arthur Lasenby Liberty met hoofdzakelijk luxe textiel van zijde, cashmere en katoen uit India, Japan, het Midden-Oosten en China. De winkel groeide snel uit en werd populair onder de gegoede bevolking. Maar de stoffen waren fragiel en kwetsbaar, konden niet voor meubels gebruikt worden en de kleermakers hadden er ook moeite mee. Daarom stapten ze over op Engelse stoffabrikanten en lieten ze met eigen ontwerpen bedrukken. Bij het begin van de eerste wereldoorlog hadden ze meerdere winkels in Regent Street, maar ook in Birmingham en Parijs. In 1924 werd het nu beroemde Tudorgebouw aan de Great Marlborough Street geopend, een zijstraat van de Regent Street. Dit monumentale gebouw met houtvakwerk, trappen en balustrades van twee uitgerangeerde marineschepen mag bij een bezoek aan London echt niet gemist worden! Het ademt een bijzondere sfeer en alhoewel er veel meer is dan alleen de beroemde stoffen, is het toch echt ook aan te raden langs de prachtige stoffen te lopen en ze te aaien.

Het volgende hoofdstuk over de Liberty stoffen is onderverdeeld in de stijlrichtingen ‘Arts & Crafts’, ‘Aestetic Renaissance’, Stile Liberty’, ‘Escapism’, ‘Nostalgic Florals’, ‘Abstract’ en ‘Bohemian’ en is het hoofdgedeelte van het boek. Deze thema’s hebben ieder een inleiding, waarin iets over de designrichting, het ontstaan ervan en de betekenis voor Liberty verteld wordt. Daarna volgen de stofdesigns met prachtige foto’s in kunstkwaliteit. Gedeeltelijk worden ook de ontwerptekeningen erbij getoond of de reclamebeelden met legendarische modellen. Vaak spiegelen ze duidelijk een bepaald tijdperk, zoals de sixties met het beroemde fotomodel Grace Coddington of het abstracte van de jaren zeventig. Dit gedeelte van het boek omvat maar liefst 220 bladzijdes en toont het zeer brede design repertoire van de collecties.  

Het volgende hoofdstuk gaat over de designstudio, de samenwerking met stofdesigners en het ontwikkelen van de patronen en het kleurgebruik.

 

Mijn ervaring met het boek

 

Dit boek ligt bij mij in de woonkamer op de tafel. Een mooi boek om van tijd tot tijd gewoon in te bladeren en te genieten van de prachtige designs bij een kopje thee of koffie. Maar ook een boek om inspiratie op te doen voor een nieuwe quilt. Vooral de kleurencombinaties, maar ook de motieven spreken tot de verbeelding en laten bij mij veel te veel ideeën opkomen voor nieuwe ontwerpen. Dus ook een beetje gevaarlijk dus, er liggen al genoeg WIPS in mijn naaikamer.

Maar toch verheug ik me iedere keer weer dit boek in mijn handen te nemen en de prachtige foto’s te bekijken. Liberty is en blijft gewoon bijzonder!

 

Kassia St. Clair (2025). Liberty. Design. Pattern. Colour. London: Thames & Hudson Limited, hardcover 271 blz., Engels, ISBN 978-0-500-02885-8

Quiltboek van de maand: Crumb Quilts

 

Dit leuke boek vond ik tijdens mijn korte vakantie in London bij Waterstones. Het heeft de ondertitel ‘Scrap quilting the zero waste way’ en is geschreven door Emily Bailey. Het is in 2021 verschenen bij David & Charles Books.

 

Auteur

Emily Bailey is een Engelse quilter en designer die veel met scraps werkt. Ze geeft cursussen via Youtube en haar eigen website Aunt Em’s Quilts. Daarnaast verkoopt ze ook patronen voor moderne quilts gemaakt van scraps en schrijft een interessante blog.

Ze is in een creatieve artistieke familie opgegroeid en met 10 jaar kreeg ze haar eerste naaimachine. Haar moeder stimuleerde haar om hiermee creatieve dingen te ontwerpen. Op de middelbare school was het haar droom fashion designer te worden, maar nadat haar 3 zoons geboren waren, kwam ze meer in aanraking met quilts. Ze maakte een paar quilts voor een etalage van een stoffenwinkel, zodat de eigenaar deze de stoffen beter kon verkopen. Dit werd een enorm succes en het begin van haar carrière als quilter.

 

Opbouw van het boek

 

Het boek begint met een inleiding en zoals zoveel andere boeken ook met een uitleg van alle handige werktuigen die je bij het quilten kunt gebruiken. Daarna legt ze uit hoe door het aan het aan elkaar naaien van de kleinste restjes stof weer een geheel nieuwe stof kunt maken. Dit is de basis voor al haar patronen in dit boek. Ze legt uit hoe je ook een achtergrond samen kunt stellen uit verschillende stukken overgebleven stof en hoe je met restjes kunt appliqueren.

Er volgen een kleine twintig patronen met een heel uitgebreide uitleg en veel foto’s van het maakproces. De patronen zijn hoofdzakelijk quilts, maar ook een tafelloper, een kussen en een speldenkussen. Ze gebruikt uiteenlopende technieken van het gebruik van blokken, het improv naaien tot het appliqueren en dit maakt het aanbod aan quiltpatronen in dit boek heel gevarieerd. De motieven zijn improv blokken, flying geese, cirkels, herfstbladeren, vissen en waterplanten, sterren, bloemen en nog meer. Er is echt voor iedereen en verschillende quiltniveaus iets in dit boek te vinden.

Achter in het boek staan nog de basics om een quilt te maken, van het snijden met een rolmes tot een sandwich maken en de binding naaien. Gevolgd door templates van enkele appliqué motieven.

 

Mijn ervaring met dit boek

Bij het doorbladeren van dit boek sprong mij meteen de sterrenquilt in het oog. Een achtergrond van donkerblauwe scraps met daarop lichte improv sterren in allerlei vormen en formaten. Dit boek moest ik gewoon hebben en meenemen in mijn koffer vanuit London! Deze quilt wil ik ooit maken, moet alleen nog een paar andere projecten eerst afronden om van mezelf toestemming te krijgen ermee te starten. Hieronder plaats ik een foto, zodat je een impressie krijgt van deze mooie quilt.

Maar heel algemeen gebruik ik verschillende technieken uit het boek voor allerlei projectjes en heb ik al verschillende stofstukjes met stofrestjes tot blokken in elkaar gezet.

 

Emily Bailey (2021), Crumb Quilts – Scrap quilting the zero waste way, David & Charles Ltd, softcover 127 blz., Engelstalig, ISBN 9 781446 308707.

Quiltboek van de maand: Boro

Dit inspirerende boek over de traditionele Japanse patchworktechnieken en -patronen werd in 2020 onder de titel The Book of Boro in het Verenigd Koninkrijk uitgegeven. Sinds 2025 is er ook een Nederlandse vertaling die bij Veltman Uitgevers verschenen is. Een heel nieuw boek dus en in de Nederlandse taal!

Auteur

Copyright Susan Briscoe

Susan Briscoe woont in Kettins, Perthshire in het Verenigd Koninkrijk en heeft al meerdere boeken over Sashiko en Japanse naaitechnieken gepubliceerd. Sommige van jullie zullen haar daarom waarschijnlijk ook al wel kennen. Ze is een expert op het gebied van Japanse stoffen, sashiko en boro en heeft als lerares Engels in Noord-Japan gewerkt. Nog steeds reist ze veel naar Japan. Ze heeft veel antieke Japanse kledingstukken en boro werk verzameld. Naast haar ervaring in het maken van Japans naaiwerk, heeft ze ondertussen ook een grote webshop met al het materiaal dat je hiervoor nodig hebt. Sinds 2017 geeft ze workshops via de Engelse online TV-platforms Sewing Quarter en Sewing Street, die vrij toegankelijk en via Youtube te bekijken zijn. Sewing Quarter werd helaas in 2019 gesloten, maar op de website van Susan Briscoe kun je via de link het opgenomen programma van Sewing Quarter nog bekijken.

 

Opbouw van het boek

Het woord ‘Boro’ betekent ‘lomp’ of ‘vod’. De borotechniek werd uit noodzaak door arme mensen in Japan gebruikt om kledingstukken te verstellen en te repareren, omdat grondstoffen voor nieuwe stoffen te duur of niet verkrijgbaar waren. Sommige borostukken bevatten eenvoudige sashiko borduurpatronen, maar boro en sashiko zijn niet hetzelfde. Sashiko is een borduurtechniek, daarentegen is boro eerder de belichaming van duurzaam en niet-verspillen van kleding en stoffen.

Dit boek geeft je de basisvaardigheden om eigen door boro geïnspireerde werken te maken. De voorgestelde projecten in dit boek baseren op de antieke boro collectie van Susan Briscoe zelf, maar hebben vaak een moderne twist. Het is mooi om boro werkjes te maken, maar door de nieuwe stoffen hebben zij tijd en intensief gebruik nodig om een ‘echte boro’ te worden.

Het boek begint met een uitleg over de geschiedenis en de betekenis van boro. In dit hoofdstuk gaat ze ook in op het feit dat er in het noorden van Japan geen katoen verbouwd kon worden vanwege het koude klimaat. Vanuit het rijkere zuiden waar wel katoen verbouwd werd, ontstond er een handel in gebruikte katoenen stoffen, ze waren kostbaar vooral voor de ontwikkeling van mechanische spinmachines en weefstoelen. De gebruikte kleding werd in ballen door een aantal vrouwen opgekocht, die het verdeelden, wasten en schrobten tot het weer schoon was. De bruikbare delen werden opnieuw tot kleding vermaakt, waarbij de stof ondertussen wel een duidelijk ‘gebruikt’ uiterlijk had gekregen. Kimono’s waren hierbij erg handig, omdat ze uit rechte lappen stof genaaid zijn die makkelijk uit elkaar genomen konden worden om te hergebruiken. Aansluitend wordt het traditionele verven van de stoffen, het maken en borduren van een boro en boro’s vandaag besproken.

In de volgende hoofdstukken worden gereedschappen en materiaal, als ook verschillende technieken besproken. Waarbij de technieken met tekeningen duidelijk uitgelegd worden.

 

Het boek heeft verder 10 projectwerkstukken, die ieder met een stuk uit de verzameling van Susan Briscoe beginnen. Daarbij zoomt ze in op dat wat haar aan het werkstuk inspireert. Daarna volgt een beschrijving hoe je het zelf na kunt maken. Ook kun je dit ter inspiratie voor een eigen werkstuk gebruiken. Gevolgd wordt dit grote project door een miniprojectje, een klein voorwerp, dat het mogelijk maakt op kleinere schaal de getoonde techniek van het grotere werkstuk te oefenen. De benodigdheden en werktekeningen van alle projecten worden duidelijk aangegeven. Er worden staan patronen in voor de meest uiteenlopende werkstukken, van een deken voor op de bank, naar een kimonojas, tot verschillende tassen en een onderzetter. Al met al is er voor iedereen iets interessants bij te vinden, lijkt me.

Aan het einde dan een lijst met leveranciers van Japanse stoffen en materiaal in Nederland.

 

Mijn ervaring met dit boek

Dit boek heb ik nog maar een paar weken in huis en ik vertelde er enthousiast mijn oudste dochter over, die vaak naar Japan reist. Ook zij was gelijk enthousiast over dit boek en voor Moederdag heb ik een pakketje met verschillende Japanse stofjes van haar gekregen. Deze zijn zo mooi dat ik ze eigenlijk niet kapot wil knippen. In het boek heb ik een patroon van een mooi kussen gevonden, hier kan ik misschien een van deze stofjes als paneel inzetten en met boro borduursteken vastzetten aan een andere mooie bijpassende stof? Ik denk erover na.

 

Het is eens een heel ander boek dan de gebruikelijke quiltboeken, omdat de voorbeelden en patronen uit een geheel andere cultuur stammen. Al lijkt veel op het eerste manier door de vele donkerblauwe kleuren een beetje duister, kan ik me voorstellen dit ook met rustige andere stoffen in iets vrolijkere, heldere kleuren te naaien. Interesseert je het boek? Ik neem het graag ter inzicht mee naar de Gettogether deze maand.

 

Susan Briscoe (2025), Boro traditionele Japanse Patchworktechnieken & -patronen, Veltman Uitgevers, softcover 127 blz., Nederlandstalig, ISBN 9 789048 322404.

Quiltboek van de maand: Artful Improv

 

De ondertitel van dit inspirerende boek van Cindy Grisdela is “Explore > Color Recipes, Building Blocks & Free Motion Quilting”. Het is in 2016 verschenen bij C&T Publishing.

 

Auteur

 

Cindy Grisdella heeft al meerdere boeken over improvisatie technieken in het quilten geschreven. Ze is een Amerikaanse quilter met meer dan 30 jaar ervaring en woont in Reston, Virginia. Ze is gefascineerd door kleur en textuur en wil de stoffen in haar quilts gebruiken zoals een schilder kleurrijke verf. De textuur probeert ze met haar doorquiltwerk te bereiken dat ze overwegend op een normale naaimachine maakt. Haar inspiratie haalt ze uit de prachtige natuur rondom haar huis dat aan een meertje en tussen weilanden ligt.

Zoals de meeste quilters is ook zij begonnen als een traditionele quilter en ze ontwikkelde met de jaren een hele eigen moderne stijl. Ze werkt improviserend, vaak beginnend met een kleurvoorstelling in haar hoofd. Als ze dan vrij begint te snijden in de stof en delen bij elkaar legt, laat ze de quilt stapje voor stapje zich verder ontwikkelen. Deze openheid en ongebondenheid aan regels en patronen wil ze ook graag haar workshopdeelnemers meegeven. Ze noemt zichzelf een artquilter en haar quilts zijn dan ook kunstwerken voor aan de muur.

 

Ze reist veel, haar werk is op grote internationale tentoonstellingen te zien en ze geeft live en online workshops. Je kunt meer over haar ervaren via haar website of op Instagram.

Opbouw van het boek

Ze begint het boek met haar overtuiging dat iedereen creativiteit bezit. In de inleiding daagt ze je uit om te spelen met de stof en te experimenteren, nieuwe dingen uit te proberen, zodat het resultaat een heel eigen werk van jou zal worden. Ze wijst er dan ook op dat het normaal is fouten te maken en dat je zonder fouten te maken niet kunt leren. Ze wil dat je zonder angst begint. Je moet eerst de ‘woordenschat’ van de improvisatie leren om het te kunnen ‘lezen’.

 

 

Na een korte uitleg wat improv quilting nu eigenlijk inhoudt in haar ogen, vertelt ze kort hoe je stoffen en scraps zinvol kunt organiseren. Stap voor stap neemt ze je dan aan de hand naar een meer improviserend werken door je eerst een stukje kleurentheorie en je eigen kleurenrecepten te laten ontdekken, waarna ze op verschillende designelementen en principes ingaat. Aan het einde van dit gedeelte staat een kleine checklist met vragen die je jezelf kan stellen over het werk dat je net aan het maken bent. Dit zodat je kunt reflecteren en even een kleine pauze kunt nemen om dan met verse ogen weer naar je werk te kijken en te kunnen zien hoe je nu verder zou kunnen gaan.

 

 

Vervolgens gaat ze op het maken en gebruiken van verschillende soorten improv designs in, zoals onregelmatige strepen, uit de vrije hand gesneden cirkels, golvende strips, het inzetten van strips tussen andere stofdelen en het gebruik van negative space. Uiteindelijk volgt een hoofdstuk over de combinatie van de verschillende onderdelen tot een quilt.

In het hoofdstuk over het doorquilten gaat ze zowel op het werken met de hand als ook met de machine in. Ze wijst je erop dat het nooit 100% perfect hoeft te zijn en geeft je moed dat te accepteren. Ze laat zien hoe je met het quiltdesign verschillende texturen kunt maken, uit de vrije hand of ook met een walking foot, en bespreekt de invloed van de garenkeuze.

Als allerlaatste bespreekt ze de ‘finishing touch’. Hoe kan je een passende binding bij je quilt maken, of misschien wil je liever geen binding of het werk om een canvas spannen of inramen? Er worden meerdere mogelijkheden besproken om jouw persoonlijke quiltproject tot een goed en voor jou tevredenstellende afsluiting te brengen.

 

Mijn ervaring met dit boek

Ik werk ook graag met improv technieken in mijn quilts. Dit boek is voor mij een inspiratiebron. Cindy Grisdella werkt met erg veel kleuren, sommige van haar werken zijn mij persoonlijk iets te druk door het overweldigende kleurgebruik. Ze werkt met kleuren die niet altijd een heldere kleurtoon hebben en dan soms veel verschillende kleuren gecombineerd. Ik persoonlijk houd van veel negative space en heldere, volle kleuren. Mijn persoonlijke stijl is dus duidelijk anders, maar dat neemt niet weg dat ik veel uit haar boek heb kunnen leren. Vooral over hoe je stap voor stap improviserend naar een goed werk komt waar je tevreden over bent en gelukkig van wordt. Ze slaagt erin de angst te nemen om nieuwe dingen uit te proberen, uit je comfort zone te gaan. Daarnaast legt ze verschillende improv quilttechnieken goed uit. Het is daarom vooral een goed boek voor een quilter met al een beetje ervaring omdat het je nieuwe perspectieven en ideeën geeft om je werk een stukje verder richting eigen ontwerp en stijl te brengen. Maar ook een beginnende quilter kan door de goede uitleg van de technieken hier de weg naar een improviserend quilten vinden.

 

Cindy Grisdella (2016), Artful Improv, Explore > Color Recipes, Building Blocks & Free Motion Quilting, C&T Publishing Lafayette CA, paper back, Engels, 95 blz., ISBN 978-1-61745-261-1, ook verkrijgbaar als e-book

Quiltboek van de maand: Patchworken & Quilten

 

Dit boek is eind 2024 verschenen en alhoewel het op het eerste gezicht een boek voor echte beginners lijkt, heeft het ook heel veel goede informatie voor al een beetje verder gevorderden. Het is een van de weinige Duitstalige quiltboeken en op het moment in aller monde. Ik ben het zelfs op Engelstalige websites tegengekomen, waar het als goed basisboek aangeraden wordt.

 

De auteur

Uta Hanson is een Duitse quiltster, die in Aachen en Flensburg woont. Ze is tot het quilten gekomen, doordat ze quilts op een tentoonstelling gezien heeft. Het interesseerde haar vooral vanuit de technische kant hoe ze gemaakt worden. Het is in haar ogen een echte kunst. Voordat ze met het quilten begon, naaide ze vliegers die ze op de naaimachine van haar moeder maakte. Ook daar komt het op precies naaien en perfecte symmetrie aan. Toen haar man zich op een gegeven moment van zijn oma een naaimachine wenste, kreeg hij een Pfaff. Daarop heeft ze haar eerste quilts genaaid en is met de tijd meer en meer in het quilten verzeild geraakt zoals ze het zelf beschrijft.

Ze naait hoofdzakelijk moderne quilts en heeft aan meerdere tentoonstellingen deelgenomen. Ze wilde graag in Duitsland het quilten meer bekendheid geven, omdat het hier vaak nog als oubollig handwerk gezien werd. Toen een vriendin van haar ook graag wilde quilten  en haar om raad vroeg over een soort handboek voor het quilten om mee te kunnen starten, merkte ze dat er geen Duits handboek was. Ze heeft daarop besloten er zelf een te schrijven.

Opbouw van het boek

Het boek is heel logisch opgebouwd, in alle stappen zoals je een quilt maakt. Na een inleiding over de geschiedenis van het moderne quilten en uitleg hoe een quilt opgebouwd wordt, volgt de basis. Uta Hanson gaat hier op alle benodigdheden in, van linialen, snijmateriaal, naalden tot stoffen en naaimachine. Het gedeelte over stoffen vind ik erg handig, er worden verschillende stofsoorten, drukken en begrippen goed uitgelegd. Ook gaat ze in op het meten in inches en centimeters. Wat ik hier een goede opmerking vond is, dat inches makkelijker op een liniaal te lezen zijn dan centimeters en het daarom handiger is om juist niet van inches naar centimeters om te rekenen. Vooral als je met kwart inches of een achtste inch moet werken.

Het volgende gedeelte van het boek gaat in op patchworktechnieken. Het werken met een rolmes, het aan elkaar naaien van de blokken, vrije snijtechniek, organische vormen, FFP,  EPP en appliqueren komen hier onder andere aan bod. Het gedeelte over het naaien van cirkels vind ik erg handig. Alles wordt met veel fotomateriaal duidelijk uitgelegd, zoals in het gehele boek.

 

Verder gaat het dan met verschillende quilttechnieken, zowel op de machine als ook met de hand. Rechte naden, uit de vrije hand quilten, met linialen quilten en van hand quilten met of zonder borduurraam, worden met verschillende voorbeelden goed besproken.

Als afronding worden het binding met en zonder rand, het aanbrengen van een tunnel voor een tentoonstelling en het maken van een label besproken zodat de genaaide top ook helemaal af kan worden gemaakt.

Het laatste hoofdstuk geeft een blik op het vervolg als uit de beginnende quiltster een professionele geworden is. Ze bespreekt het thema textielkunst en tentoonstellingen. Wat komt erbij kijken als je aan een wedstrijd of tentoonstelling mee wilt doen en waar moet je allemaal op letten. Hierbij belangrijk is ook hoe je de verzekeringswaarde van jouw quilt kunt berekenen of ook een verkoopsprijs. En niet geheel onbelangrijk zijn de tips hoe je met kritiek op jouw werk om kunt gaan. Het thema fotograferen van quilts wordt uitgelegd en hoe je eensgezinden kunt vinden, zodat je van elkaar kunt leren en elkaar kunt steunen.
Uta Hanson gebruikt overwegend de Duitse begrippen voor het quilten, maar er zijn in het boek overal kleine notities (als op geprinte post-its) te vinden waar de Duitse begrippen en de Engelstalige begrippen naast elkaar gezet worden.

Alle uitleg in het boek is niet al te uitgebreid, maar duidelijk genoeg en van veel foto’s voorzien. Daardoor is het boek niet een honderden bladzijdes tellend werk, maar precies uitgebreid genoeg om er mee aan de slag te kunnen gaan. Een prettig handig formaat.

 

 

Mijn ervaring met dit boek

Dit boek is december 2024 uitgekomen en ik liep er toevallig tegenaan in een Duitse boekenwinkel. Nog nooit heb ik een Duitstalig quiltboek gezien en daardoor wekte het gelijk mijn interesse en heb ik het meegenomen.

Ik heb nog niets uit het boek gemaakt wat ik zou kunnen tonen op deze plek. Het is ook niet echt een patronenboek, alhoewel er verschillende quilts van Uta Hanson als voorbeelden getoond worden. Hiervan kan je via de website van de uitgever Haupt de werkbeschrijvingen als .pdf downloaden.

Dit boek gebruik ik om technieken, waar ik nog niet zo erg zeker in ben nog even na te lezen. Zo werk ik erg weinig met appliqué, maar wilde ik dit bij de Round Robin gebruiken. Toen heb ik hier even nagelezen, welke mogelijkheden dat er zijn en hoe ik dat het beste kan doen. Ook het gedeelte over het naaien van cirkels vind ik iets om af en toe nog eens door te lezen als ik met cirkels die als hele cirkel ingevoegd worden wil maken.
Ik vind het een prettig en handig boek, dat een vaste plek naast mijn naaimachine gekregen heeft om snel iets in na te kunnen lezen. Alhoewel in eerste linie voor beginnende quilters geschreven, vind ook ik er als een iets meer ervarene quiltster veel in te ontdekken.

 

 

Uta Hanson (2024). Patchworken & Quilten – Das Grundlagenbuch. Haupt Verlag Bern, Duitstalig, hardcover, 176 blz., ISBN 9 783258 602677

Quiltboek van de maand: Sunday Morning Quilts

Heb jij ook zoveel scraps (stofrestjes) verzameld en weet niet wat je ermee doen kunt? Dan is dit het juiste boek voor je! Dit boek van Amanda Jean Nyberg en Cheryl Arkison  werd in 2012 uitgegeven, maar is nog steeds verkrijgbaar en erg geliefd. Het bespreekt in totaal 16 moderne quiltprojecten die uit scraps te maken zijn.

 

Auteurs

Amanda Jean Nyberg startte een handwerkblog in november 2006. Daarmee is ze in de loop van de jaren gegroeid tot een schrijfster van quiltboeken, een stofdesigner, een patroon ontwerpster en quiltdocent. Ze woont met haar familie in Wisconsin, in het noorden van de Verenigde Staten en heeft 3 kinderen. Zelf groeide ze op in een familie met 6 kinderen en ze zegt dat ze daarom het gebruiken van elk klein stukje stof en niets weggooien in haar bloed heeft zitten. Ze heeft na dit boek nog een tweede boek geschreven met de titel ‘No scrap left behind’ (2017). Haar blog crazymomquilts.blogspot.com heeft ze eind 2018 besloten te stoppen, maar het is nog steeds online en hier kun je een indruk winnen van het werk dat ze gemaakt heeft over de 12 jaren die ze geblogd heeft. Ze is nog wel te vinden op Instagram.

Cheryl Arkison woont met haar 3 kinderen in Calgary, Canada. Ze heeft oorspronkelijk een opleiding tot journaliste bezocht, maar kwam via omwegen bij het quilten terecht. Ze ontwerpt moderne quilts, is actief op Youtube en Instagram  en geeft quilt workshops en sewalongs. In 2016 was ze lid van de jury bij Quiltcon. Ze heeft verschillende quiltboeken geschreven, waaronder deze met Amanda Jean Nyberg. Je kunt meer over haar en haar werk vinden op haar website cherylarkison.com. Titels van haar quiltboeken zijn bijvoorbeeld ‘Inspire Me to Quilt’, ‘A Month of Sundays’.

Opbouw van het boek

Dit boek gaat helemaal over het verwerken van scraps in moderne quiltprojecten. Vaak heb je na het maken van een quilt restjes van prachtige stoffen overgehouden, die te zonde zijn om weg te gooien. De beide auteurs hebben een heel verschillende werkwijze, maar ze vonden elkaar via het internet en in hun liefde voor scraps. Het boek begint met het verhaal hoe dit boek ontstaan is. Ook beschrijven ze hun opvatting van het begrip ‘modern’ in het quilten, daarbij worden de kenmerken zoals een rustig en simpel design, het werken met (ver)grote quiltblokken, geen randen en ‘negative space’ genoemd. Dit zonder het als een dogma te zien. Ze gaan ook in op de invloed van de stofkeuze en de kleur.

Vervolgens definiëren de verschillende groottes van scraps die ze in dit boek gebruiken, van ‘snippets’ tot ‘sections’ en zelfkanten. Ze bespreken verschillende manieren hoe je de stofresten kunt sorteren en hoe zij dit persoonlijk in hun werkruimte hebben gerealiseerd.

De basisvaardigheden van het ontwerpen en naaien van een quilt en alles wat je daarbij aan handige hulpjes kunt gebruiken tot het verwerken van een quilttop tot een volledige quilt met batting, doorpitten en binding wordt met veel foto’s en goede uitleg beschreven. Op deze manier hebben ze alle beginners meegenomen in hun quiltprojecten en ook ervaren quilters nog de een of andere tip mee op de weg gegeven.

Na ongeveer een derde van het boek beginnen dan de quiltprojecten. Deze zijn heel verschillend en gaan van een box voor en van stofrestjes, over een eenvoudige quilt tot ontwerpen voor de meer ervaren quilters. Hierbij worden verschillende technieken gebruikt – bijvoorbeeld het eenvoudige improvationeel samen naaien van stofstukjes, het appliceren met een ‘raw edge’, een scrappy log cabin quilt tot een leuke quilt uit driehoeken. De uitleg is zeer gedetailleerd met veel foto’s.  Alle quiltpatronen zijn  fleurig en modern van kleur en zeker niet saai. Ik denk iedere moderne quilter kan hier veel inspiratie uithalen!

Mijn ervaring met dit boek

Begonnen ben ik met het maken van een grotere lap uit allemaal kleine stukjes stof in 1 kleur, dit wordt een ‘slap’ genoemd. Dit is de techniek die in het boek bij het maken van de mandjes wordt gebruikt. Deze mandjes zijn leuk om in verschillende kleuren te maken om je scraps in te bewaren. Cindy Vissering heeft er vorig jaar met de kleuren van de maand mee gewerkt en verschillende mandjes in zo’n stijl gemaakt. Misschien herinner je het je nog, anders kijk eens op haar Insta-Account.Verder staat in dit boek een checkerboard quilt met vierkantjes van 2,5 bij 2,5 inch. Wat me bij dit patroon aansprak, was dat de kleuren niet allemaal door elkaar gebruikt waren – iets wat op mij altijd als erg onrustig overkomt – maar een gekleurd blok wordt altijd ingeraamd door crème blokken. Op deze manier ontstaat een schaakbordpatroon. Nu waren mij de 1760 blokjes die in deze lapquilt zitten een beetje te veel en zoveel scraps in dezelfde kleur had ik ook niet. Ik heb het met minder blokjes gemaakt en hierbij crème blokjes en oranje blokjes afgewisseld, wat een duidelijk kleurenschema geeft en het niet al te bont wordt. Op deze manier heb ik quasi een stuk stof gecreëerd, waarvan ik nog een leuke projecttas met een rits en vinyl aan de achterkant wil maken. De inspiratie is uit dit boek ontstaan.

Nyberg, Armanda Jean & Arkison, Cheryl (2012). Sunday Morning Quilts – Sort, Store, and use Every Last Bit of Your Treasured Fabrics, StashBooks ISBN 978-1-60705-427-6, English, softcover 144 blz.

Quiltboek van de maand: Lapjes in beeld

Een boek over kleine artquilts met de ondertitel ‘Een workshop met Janet Bolton’. Het is in 2015 uitgegeven, maar is een nog steeds goed verkrijgbaar boek als oorspronkelijke titel ‘Fabric Pictures’. Het sluit mooi aan op onze kleine workshop over het maken van gequilte kaarten tijdens de Gettogether in Arnhem een tijdje geleden en de zomeractie van 2023 om elkaar een kaartje te sturen.

Auteur

Janet Bolton is een textielkunstenares uit het Verenigd Koninkrijk, die kleine kunstwerkjes in een naïve stijl maakt volgens het motto ‘minder is meer’. Ze maakt haar kleine schilderijtjes met de hand, in 1942 is ze geboren en dus al op leeftijd, maar zover ik weet geeft ze nog steeds workshops. Oorspronkelijk schilderde ze en bezocht de kunstacademie, omdat haar het drukken op textiel erg aansprak. Maar uiteindelijk had ze geen plezier aan de hier geleerde drukprocessen en besloot weer terug te keren naar het schilderen. Doordat ze stevige gordijnen nodig had om de tocht in haar nieuwe huis tegen te houden, kwam ze op het idee hiervoor een patchworktechniek toe te passen en begon ze zich meer en meer het werken met textiel toe te wenden. Ook werden haar werken met de tijd steeds kleiner, tot ze ze als schilderijtjes ging betrachten en ging inlijsten. Om een beetje bij te kunnen verdienen en haar stofverzameling te financeren, ging ze op markten staan met kleine zelfgenaaide portemonnais, kussenhoezen en kinderspeelgoed. Haar kraam versierde ze oorspronkelijk meer voor zichzelf met haar kleine schilderijtjes en de mensen begonnen ernaar te vragen en het verkocht tegen haar verwachting zeer goed. Zo kwam ze in contact met verschillende mensen, die haar geholpen hebben haar werk naar een professioneel niveau te tillen. Ondertussen heeft ze veel tentoonstellingen over de hele wereld gehad en wordt haar werk tegen hoge prijzen verkocht.

Ze heeft een grote liefde voor folk art uit allerlei verschillend materiaal. Haar inspiratie haalt ze uit werk gemaakt uit verschillende mediums, persoonlijke herinneringen en fantasie. Het plezier aan het puur visuele is haar erg belangrijk, soms kan alleen de aanblik van een stof zelf al sterke herinneringen bij haar oproepen en ideeën laten ontstaan.

 

Inhoud van het boek

Het boek bestaat in feite uit twee delen. In het eerste deel gaat het om het vinden van inspiratie, een goede materiaalkeuze en het ontwikkelen van een eigen stijl. Ze betoont uitdrukkelijk dat je alleen jezelf tevreden hoeft te stellen met je werk. En door verschillende ideeën uit te proberen, te spelen met materialen, kun je volgens haar bewuster worden van wat jezelf bevalt en wat niet. Hierbij noemt ze de quote ‘inspiration will come, but you will have to work.’ Ze nodigt je uit te spelen met stof en te genieten van wat het creatieve proces je kan geven. Haar boek is vol met foto’s van haar kleine schilderijtjes en werkjes om je te inspireren.

Ze vertelt hoe ze haar materiaal niet alleen uit stoffenwinkels en op quiltbeurzen haalt, maar ook uit kringloopwinkels en van mensen die stoffen wegdoen. Elk stofje heeft een geschiedenis. Waar komt het vandaan? Wie heeft het gedragen of gebruikt? Aan iedere stof hangt een speciale herinnering en daarom kan ze niet genoeg krijgen van het verzamelen van stoffen.

Ze kiest haar kleuren in relatie tot de omliggende kleuren, immers je kan niet als een schilder de kleuren mengen als je met stof werkt. Daarom gebruikt ze ook geen kleurenleer. Ze legt uit hoe haar omgeving haar inspireert en hoe ze kleuren gebruikt, die ze om zich heen ziet in de straten en in de natuur.

Het tweede deel van het boek heet ‘Aan de slag’. Hierbij legt ze uit, hoe je jouw eigen inspiratie om kan zetten in een daarbij passende compositie en dit is eigenlijk het workshopgedeelte. Ook laat ze verschillende borduursteken en -technieken zien aan de hand van haar werk (niet met uitlegtekeningen zoals in andere boeken). Ze gaat erop in hoe je jouw werk het beste kunt presenteren. Uiteindelijk neemt ze je aan de hand met een klein voorbeeldprojectje van een libelle dat ze stap voor stap van het eerste begin tot het uiteindelijke inlijsten bespreekt

Mijn ervaringen met dit boek

Allereerst vind ik belangrijk te vertellen dat dit een prachtig en interessant boek is om te lezen. Haar stijl van haar werk past niet helemaal bij mijn eigen stijl, maar desalniettemin ervaar ik het als zeer inspirerend. Wat ik bijvoorbeeld hieruit meegenomen heb, is de manier waarop ze haar werk presenteert. Ik heb een serie van drie stukken, ieder 30×30 cm gemaakt over de klimaatverandering in een project van de Artquiltgroep waarvan ik lid ben. Hierbij heb ik voor het inlijsten veel inspiratie op kunnen doen in dit boek. Ook kan ik me goed voorstellen op mijn persoonlijke manier kleine kaarten te maken om te versturen naar aanleiding van de vele kleine schilderijtjes in dit boek.

 

Een van mijn werkjes uit de serie

Janet Bolton, Lapjes in Beeld – een workshop met janet Bolton, uitgegeven door Forte Uitgevers BV in Baarn, 144 bladzijdes, gebonden, Nederlands. ISBN 978 94 6250 060 0.

Quiltboek van de maand: Rulerwork quilting

De vorige maand heb ik met dit in 2020 uitgegeven boek van Amanda Murphy gewerkt. Het is een goed bruikbaar boek voor het doorquilten met linialen en ik wil het graag in deze rubriek aan jullie voorstellen.

 

Auteur

Amanda Murphy is Amerikaanse quilt- en stofdesigner. Haar stijl slaat een brug tussen moderne en traditionele quiltkunst. Ze is een Bernina expert voor de normale naaimachines en de longarms, geeft lessen rondom het quilten op veel grote internationale events, heeft verschillende linialen ontworpen en ontwerpt quiltpatronen voor het borduurplatform OESD. Ze heeft verschillende boeken geschreven. Enige van jullie kennen misschien haar boeken met quiltpatroon-verzamelingen al, ik heb ze al eens bij een Gettogether rond zien gaan om te bekijken.

Er is weinig over haar privé te vinden op het internet, blijkbaar houdt ze dit enigermate afgesloten van de publiciteit. Wel kun je haar designs, patronen, boeken etc. vinden op haar blog en haar social media


Inhoud van het boek

Het boek begint heel logisch met het beschrijven van de verschillende ‘gereedschappen’ die je nodig hebt om een quilt door te quilten. Hier gaat ze kort in op verschillende soorten naaimachines, de verschillende soorten voetjes voor het werken met linialen en welk voetje je voor welk soort liniaal nodig hebt. Naalden, garens, naaitafels, glijmat en mogelijkheden te markeren worden net zo besproken als ook echo clips en panels om te oefenen.

Het volgende hoofdstuk gaat in op de linialen zelf en legt uit, waar je op moet letten als je linialen gaat kopen, zodat je er goed mee kunt werken en ze ook perfect bij jouw machine passen. Ook legt ze bij bepaalde liniaalmodellen het maken van quiltpatronen uit die je ermee kunt maken. Verder geeft ze informatie wanneer welke steeklengte goed werkt. Wel zijn de hier besproken linialen allemaal uit haar eigen serie, maar vergelijkbare modellen zijn veelal ook van andere merken verkrijgbaar.

Vervolgens bespreekt ze in een nieuw hoofdstuk hoe je het doorquilten van een quilt met verschillende motieven goed kunt plannen en geeft hier verschillende tips uit haar eigen ervaring. Alles wordt met veel foto’s verduidelijkt.

 

De laatste twee hoofdstukken gaan over het quilten op een ‘domestic’- en een ‘longarm’-machine. Hier legt ze precies uit waar je op moet letten, het hele naaiproces en de ergonomie, hoe je veel gemaakte foutjes kunt voorkomen en een gedeelte ook ‘troubleshooting’. Dit alles maakt het een uitgebreid handboek voor iedere quilter die graag het doorquilten met linialen wil proberen, maar ook voor al ervarene quilters.

Mijn ervaring met dit boek

Ik vind het boek heel prettig en overzichtelijk, het geeft veel tips hoe je het beste met linialen kunt werken. Ondertussen heb ik een eerste quilt met een liniaal van het merk ‘Silly Moon’ met cirkels doorgequilt. Ik vond het nog niet zo makkelijk en ik moet zeker nog veel oefenen, niet alles is me meteen gelukt. Toch vond ik het prettig om hulp in dit boek te kunnen zoeken. Het is zeker een boek waar ik nog meer mee ga werken en dingen uitproberen.

 

The Ultimate Guide to Rulerwork Quilting, from buying tools to planning the quilting to succesful stitching, Amanda Murphy, 2020, Stash Books by C&T Publishing Inc., engelstalig, 128 blz, softcover. ISBN 978-1-61745-947-4.

Quiltboek van de maand: Use & Ornament

Hot from the press’ – dit boek is net uitgekomen, nadat het minstens een jaar lang al aangekondigd werd en veel fans van Nicholas Ball er ongeduldig op zaten te wachten. De veelzeggende ondertitel luidt ‘An Exploration of the Improv Quilt’. Het is geen quiltboek met patronen in de gebruikelijke zin, het is meer een mooi boek voor op de koffietafel om steeds weer in de hand te nemen en erin te lezen.

 

Auteur

Nicholas Ball is een quilter uit Wales (Verenigd Koninkrijk) die vooral met verschillende improvisatie technieken werkt. Ik heb hier op de blog al eens over een webinar van hem geschreven. Je kunt hem onder @quiltsfromtheattic op social media vinden.
Nicholas’ grote liefde was de fotografie en daarom bezocht hij de kunstacademie, die hij met een diploma fotografie afsloot. Zijn droom was het de hele wereld af te reizen om de nieuwste mode te fotograferen en zijn foto’s op de titelpagina’s van alle grote modebladen te zien. Parijs was de ‘place to be’, dus vertrok hij hierheen en leefde een gezellig ontspannen leventje. Maar na ongeveer twee jaar kwam hij erachter dat hij geen stap verder was gekomen om zijn ambities waar te maken. Erger nog: Zijn interesse in de mode was een stuk verminderd.

Als kind experimenteerde hij al met allerlei creatieve media, zoals papier, verf, klei en hout. Hij bleef nooit lang bij een creatieve vorm en wisselde vaak. Na zijn terugkeer uit Parijs ontdekte hij het quilten en verwachtte dat dit zo maar een tijdelijk interesse zou blijken en nooit iets meer zou worden dan een hobby. Hij startte met een naaimachine uit een discounter en stof van twijfelachtige kwaliteit, de perfecte voorwaarden om dit alleen een korte tijd uit te proberen. Maar wonder boven wonder greep het quilten hem in zijn ban. Nadat hij oorspronkelijk met traditionele technieken gestart was, het wel leuk vond om het patchwork in elkaar te naaien, sprak hem de uiteindelijke quilttop niet werkelijk aan. Hij was door een heel pad van ‘trial and error’ gegaan toen hij probeerde zijn eerste eigen design te naaien: een rode kool. Hij improviseerde zonder al te weten wat dit eigenlijk was. In 2014 had hij zijn groentequilt met allerlei verschillende groentes af en realiseerde zich dat dit de weg was die hij verder wilde gaan en hem gelukkig maakte. Hij maakte een lange reis langs creatieve uitdagingen, verrassingen en bittere teleurstellingen tot waar hij vandaag staat. Hij geeft live-cursussen, webinars, is Bernina ambassador en Aurifilosopher, maar bovenal is hij een bekende improv-quilter met een eigen stijl geïnspireerd door de organische en natuurlijke vormen om hem heen.

Inhoud van het boek

De omslag van het boek is gelijk al heel bijzonder. Het is de afbeelding van een temperatuurquilt die Nicholas in de Coronatijd heeft gemaakt. Hierbij heeft hij kleine stofdeeltjes geappliqueerd en binnenin opgevuld, zodat ze structuur gaven aan de quilt. De boekomslag is ook gestructureerd, de afbeeldingen van de kleine applicaties staan een beetje bol boven de rest van de kaft. De rug is knal pink, net zoals de tussenbladen tussen de hoofdstukken van het boek en de bladranden zijn pink metallic. Dit maakt gelijk een duidelijk statement van moderniteit en valt in het oog.

Op de eerste bladzijde staan de betekenissen van de woorden ‘use’ en ‘ornament’ plus een quote van de schilder William Morris: ‘Have nothing in your houses that you do not know to be useful, or believe to be beautiful.’ De inhoud van het boek bevat na een uitvoerige persoonlijke introductie, daarna het eerste gedeelte met de titel ‘Then’, het tweede gedeelte met de titel ‘Now’ en een derde gedeelte ‘Next’, gevolgd door ‘Projects’.

 

Wie denkt dat improv-quilts van deze tijd zijn, zal zijn ogen uitkijken in het hoofdstuk ‘Then’. Quilts werden al door de eeuwen heen gemaakt, de eerste afbeelding van een gequilt kledingstuk stamt uit het oude Egypte. Vroeger waren quilters vaak aangewezen op het hergebruiken van oude stoffen en kledingresten. Dit zorgde automatisch al voor improvisatie. In Wales bevindt zich van oudsher veel wolindustrie. Het is een geschikt land om schapen te houden, er ontstonden spinnerijen en weverijen. De eerste oude quilts in dit boek komen, waarschijnlijk ook vanwege Nicholas’ afkomst, uit Wales en stammen uit de 19e eeuw. Het ontstaan van deze quilts en het ontstaan van de improvisatie (oudste hier getoonde exemplaar van 1880) worden door Nicholas interessant beschreven.

Het volgende hoofdstuk ‘Now’ stelt 11 hedendaagse improv-quilters voor met hun werk. Deze quilts zijn zeer verschillend en hebben allemaal een eigen herkenbare stijl. Zo werkt Jo Avery in een improv stijl die zij veelal met borduurwerk versiert. Russel Barratt daarentegen verwerkt graag gedragen kledingstukken in zijn werk. Ook hebben zijn quilts niet altijd een rechthoekig formaat, maar stukken die ‘buiten de kantlijn’ springen. Bijzonder interessant vind ik het werk van Zak Foster uit USA, die in 2016 verschillende quilters opriep om een gezamenlijke herinneringsquilt te maken. Hierin zijn de namen van de 43 mannelijke studenten verwerkt die op 26 september 2014 in Mexico door de politie opgepakt werden en tot de dag van vandaag verdwenen zijn. Nicholas is een van de quilters die aan deze protestquilt meegewerkt heeft.

Het derde gedeelte van het boek ‘Next’ bespreekt hij verschillende hulpmiddelen (‘notions’) voor het quilten als uitnodiging om zelf te starten. In het laatste gedeelte van het boek worden verschillende projecten van Nicholas Ball zelf voorgesteld. Zoals bij improvisatie quilts gebruikelijk zijn hier geen patronen te vinden, maar wel handleidingen voor de verschillende technieken. Aan de zijkant bevinden zich aantekeningen over het quiltwerk, iets dat Nicholas vaak door Trudi Wood op de longarm-machine laat doen. Verder is er bij elke quilt een kopje ‘Behind the Seams’, waarin hij de verhalen achter zijn werk vertelt. Zo liet hij zich in de Coronatijd door Jo Avery’s temperatuurquilt inspireren en naaide elke dag een impressie van het weer dat uiteindelijk in de quilt resulteerde die op de omslag van het boek staat.
Afsluitend bespreekt hij de collaboraties, de mensen waarmee hij graag samenwerkt en een dankbetuiging aan verschillende personen.

Mijn ervaring met dit boek

Dit is een boek dat inspireert en uitnodigt om nieuwe wegen te gaan. Daarnaast gezellig boek bomvol informatie om met een mok thee op de bank onder een warme quilt te gaan lezen. Het is met zijn 237 bladzijdes zeer omvangrijk en door de kleuren en afbeeldingen een feest voor het oog. Helaas zijn er in mijn exemplaar een paar foto’s met een slechte kleurkwaliteit en is het op een paar plaatsen niet al te mooi gebonden. Maar dat mag de pret niet drukken. De inhoud is gewoon enorm interessant en weegt hier ruimschoots tegenop!

Nicholas Ball (2024). Use & Ornament. An Exploration of the Improv Quilt. The Lucky Spool Media. 237 blz. hardcover, ISBN 978-1-940655-49-9