Tag Archief van: Quiltontwerp

Spelen met de plus

Ik nam een kleinere plus in een grotere en bouwde van daaruit verder. Als je de kleine plus herhaalt, daarin ook weer een kleinere plus plaats en  verder uitbouwt, krijg je een netwerk van kleiner wordende plussen, het deed me een beetje denken aan fractals, maar dan anders. Als je de structuur die wordt gevormd wat meer uitgezoomed ziet, dan is me dat iets te rommelig, terwijl ik het idee van de kleinere plussen in de grote wel aardig vindt. Dus ging ik verder met een volgend idee.

 

De plus is een redelijk afgebakend figuur. Je kunt het wel dikker en dunner maken, maar zodra je het gaat roteren wordt het een kruis, en zodra je één zijde langer maakt, word het ook een kruis, maar van een andere orde. Dat laatste geldt natuurlijk vooral wanneer je alleen de onderste poot langer maakt. Wanneer je twee poten langer maakt krijg je nog meer ontwerp-opties en breng je ook meteen asymmetrie in je ontwerp.

Het dikker en dunner maken van de plus heeft ook ergens een limiet, maar die voelt voor mij niet heel streng. Als je kijkt naar de hele dikke en hele dunne plussen hieronder, dan zijn ze nog net herkenbaar als plus, maar ze gaan toch ook al op iets anders lijken. Zo heb ik even gespeeld met het combineren van deze plussen. Door ze te herhalen ontstaat er een soort weefpatroon. Ruiten, maar dan weer van een andere orde dan de ruit waarmee we in april aan de slag gingen.

 

Ik kan dan eindeloos bezig zijn om de juiste tinten bij elkaar te zoeken, want verschil in tint doet de ene of de andere plus weer duidelijker naar voren komen en veranderd dan het ontwerp. Ook kun je meer detail aanbrengen door kleiner plussen in te voegen.

 

Een andere insteek is de strakke plus doorsnijden met een improv gesneden plus, waarbij de sneden wel redelijk rechtop moeten staan, want anders wordt het een kruis. Voor dat je de vier delen weer aan elkaar naait, zou je in één kwadrant ook weer een improv plus kunnen snijden. Meestal worden de delen niet zo precies weer aan elkaar genaaid als in dit beeld, de rechte lijnen van de grote plus zullen iets verschoven ten opzicht van elkaar terug komen, maar dat is een beetje lastig te maken in powerpoint, waar ik dit in gemaakt heb. Dus dat mag je erbij denken.

 

Wat als we de stroken ertussen van de achtergrond stof maken? Dan lijkt het alsof er een deel is weggelaten van de plus. Dat pasten we ook toe in het eerste blog uit deze serie, bij de cirkel. Daarop verder doordenkend kwam ik tot dit laatste ontwerp, waar juist weer de cirkel is uitgesneden in de plus.

Uitdaging: ontwerpen met het ovaal

Voor deze maand met het ovaal besloot ik het eens op een heel andere manier aan te pakken. Ik kreeg namelijk meteen al een beeld van ovalen die rondom een midden als bloemblaadjes elkaar overlappen. Nu zou je daarvan een bloem kunnen maken met geappliqueerde vormen, maar ik wilde wel eens zien waar ik op uit zou komen wanneer ik de overlappende gedeeltes zo zou gaan kleuren zodat het lijkt alsof de ovalen deels transparant zijn. In de overlappende gedeeltes ontstaat dan een mengkleur.

In mijn eerste model overlappen de ovalen elkaar zelfs twee keer, dat geeft op zich een mooi patroon, maar wordt wel heel erg ingewikkeld om te maken. Daarom nam ik een wat slanker ovaal en een kleiner aantal ‘bloemblaadjes’. Qua maken van het patroon maakte ik in het eerste model gebruik van de transparantie van de ovalen en liet het programma de tussenkleuren maken. In het tweede model heb ik de vlakken gesplitst en koos ik zelf de kleuren voor de grote ovaal-delen en de orange-peel achtige overlappende stukken. In het midden een ster, waar anders teveel naden samen komen.

Ook deze vorm is vooral goed met appliqueren te maken (ik snap die twist wel!). Daarvoor zijn diverse opties. Ik benadrukte hier de lijnen, zoals in een glas-in-lood beeld. Dan kun je raw-edge applicatie gebruiken en die dek je dan mooi af met een zwart bandje – die zijn gelukkig kant en klaar te verkrijgen met plakstrook voor tijdelijke bevestiging.

Maar wat als we toch vooral de vormen in elkaar willen naaien… Dan zou je een cirkel kunnen trekken over twee ‘bloemblaadjes’ heen, die worden dan spits, en de getekende lichtgroene cirkel (die deels buiten het blok valt) zou de laatste naad zijn. Binnen beide secties krijg je steeds rondlopende naden – met de uitdaging om kruispunten goed aan te sluiten zodat de rondlopende lijn van de ene sectie mooi overloopt in de andere. Niet een heel simpel blok, en het lijkt ook niet echt meer op een ovaal.

Dan gooien we het over een andere boeg. In plaats van de ovalen rond een middelpunt te kopiëren, nu in een recht, beeldvullend grid. Om het leuke effect van transparantie te bereiken, kopieerde ik het grid en verplaatste het precies op de helft naar benden en naar rechts. Hierdoor ontstaan er langgerekte orange-peel-achtige vormen en ruiten met gekromde zijden. Het doet me erg denken aan retrobehang…

Zo’n herhalend raster vind ik zelf een beetje saai, ik houd wel van transformaties. Dus wat als we aan de ene kant de gele ovalen weghalen en aan de andere kant de groene? Ik maakte twee varianten: met een effen lichtblauwe achtergrond en met een paarse achtergrond met een verloop van licht naar donker. Hm… dat doet me ineens denken aan de Double Vision Quilts van Louisa L. Smith – maar die zijn geheel anders opgebouwd (José maakte er één in het kader van het ovaal).

En hoe we dit laatste ontwerp zouden moeten maken…. Ik houd het voor nu maar even op appliqueren. Al doen die ruiten met gekromde zijden met de langgerekte orange-peel-achtige vormen me wel denken aan de ‘cathedral window’ techniek… Je ziet, ik zou kunnen blijven spelen met vormen. En in mijn vorige blog zei ik nog wel dat ik niet zo goed was in grafische vormen, de uitdaging met het ovaal heeft me toch daartoe verleid, waar zo’n jaar van vorm al niet goed voor is!

Ontwerpen met de ruit

In het quilten wordt de vorm ruit vaak gebruikt om visueel aantrekkelijke patronen te creëren. De ruit, met zijn symmetrische hoeken en dynamische lijnen, biedt een veelzijdige basis voor ontwerpers. De ruitvorm kan solo worden gebruikt of worden gecombineerd met andere geometrische vormen om complexe en gedetailleerde ontwerpen te maken. Het spelen met de grootte en de richting van de ruiten kan ook diepte en beweging toevoegen aan een quilt, waardoor het werk een levendige en dynamische uitstraling krijgt.

Door het ‘on point’ ontwerpen van een quiltpatroon ontstaat een dynamischer beeld dan een ontwerp met verticale en horizontale lijnen. Extra dynamiek kan worden toegevoegd door niet alleen een vierkant op zijn punt te zetten, maar de vorm van een ruit geeft nog meer beweging, en ook richting. Vergelijk onderstaande schema’s maar eens.

Wat gebeurt er dan wanneer ik een bestaand ontwerp gebaseerd op vierkanten omzet naar ruiten? Ik probeerde het met de achtergrond van mijn noord-zuid quilt – alleen het zuidgedeelte met strand, zee en lucht.

Hm… voor een landschap misschien wat minder geschikt, vanwege de horizontale lijnen: de zee en horizon. Maar je kunt wel zien dat de opeenvolgende lijnen van de Z-blokken minder dominant in het geheel lijken dan bij de variant met vierkanten. Zeker een om te onthouden dus voor een volgende achtergrond!

Mijn eerste gedachte aan een ruit was overigens de vlieger. Als je een ruit als losse vorm (appliqueren?) in een scene zou toepassen, dan lijkt de ruit op een vlieger. Zodra de ruit wordt herhaald ontstaat een grid van lange diagonale lijnen die het beeld van je quilt bepalen. Mijn tweede gedachte was een quilt die ik een tijdje geleden maakte – eigenlijk was het een ‘blok’ (maar dan acht keer) van één van de maanden van een Murder Mystery Quilt die ik in 2022 maakte. De moord uit het bijbehorende verhaal vond plaats in Nationaal Park Yellowstone en deze ster moest zo’n kleurrijke warme bron uit Yellowstone voorstellen. Ik vond de ster echter niet passen bij de dieren, bloemen en bomen van de andere blokken en maakte er een losse quilt van (top, moet ik zeggen, want deze heeft verder nog geen bestemming). Op de quilt met dieren, bloemen en bomen ligt mijn bonus-kleinkind nu. Er zijn natuurlijk veel andere kleur varianten van dit sterpatroon.

Nog even dit: het interessante aan het maken van deze ster vond ik het maken van stroken stof aan elkaar in bepaalde kleurcombinaties, en door het schuin snijden ontstonden er verschillende banen als basis voor de ruit die één van de punten van de ster werd.

Zo, nu echt aan de slag met een ontwerp. De ruit leent zich uitermate voor het inpassen in grafische ontwerpen – en laat dat nou net niet mijn sterke kant zijn… Ik vind grafische patronen wel heel mooi, maar ben niet zo sterk in het ontwerp ervan – en meestal vind ik het ook wat saai om te naaien, deels omdat het mooie eindresultaat vaak laat in het proces zichtbaar wordt.

Met het plaatsen van 8 ruiten in een cirkel ontstaat een ster – een kleine versie van de hierboven getoonde variant. Ik vind het dan wel leuk om de ruit nog onder te verdelen in vier kleinere ruiten. Je kunt dat dan zo inkleuren zodat er een ster in een ster ontstaat. Hoogst waarschijnlijk geen origineel patroon, ik heb het niet nagezocht. Ik was wat aan het spelen met de achtergrondkleur en wat een verschil met een lichte en donkere achtergrond.

Wat mij stoort is het vierkant dat in het midden wordt gevormd… dat vraagt nog om ‘iets’ – ik ben er nog niet achter wat dat zou moeten zijn. Misschien heb jij een suggestie? En welke spreekt jou trouwens het meeste aan: de lichte of de donkere achtergrond?

Home Sweet Home

Begin van het jaar stuurde ik een e-mail naar verschillende leden die actief mee hebben gedaan aan het jaarproject van 2024: kleur. Ik was echt overweldigd door alle leuke en inspirerende blogs en foto’s die terugkwamen, we zullen ook komende maanden nog enkele blogs delen met ervaringen en denkprocessen. Vandaag delen we de ervaringen van Ingrid met jullie. 

De Start

Toen bekend werd dat 2024  in het teken van kleur zou komen te staan, was ik niet meteen enthousiast. Ik heb grote voorkeur voor bepaalde kleuren (blauw) en sterke afkeer van andere. De grote vraag was dus “ga ik meedoen”, en zo ja, hoe hou ik het voor mezelf leuk. Ik wilde niet aan het eind van het jaar met een stapel maaksels aan de slag ‘moeten’, die als experiment misschien leuk waren, maar allemaal bij elkaar geen geheel vormden. De meeste quilts, die ik heb gemaakt, zijn vaak monochroom met 1 of 2 accentkleuren. Ik hou erg van beperkte kleurfamilies, zeg maar.

Denkproces

Mijn creatieve energie stroomt vooral als er beperkingen zijn, of ander geformuleerd als niet alles altijd mogelijk is. Een blanco vel blokkeert al mijn ideeën. Ik werk het liefst langs bepaalde lijnen. Allereerst de vraag of ik mee ging doen beantwoorden… ja dus. Door allerlei omstandigheden was er de afgelopen jaren weinig te tijd om te quilten, en zo’n maandelijkse uitdaging leek me een goede stimulans om weer aan het naaien van blokken te beginnen.

Daar is dan ook de 1e regel: ik wil ‘traditionele’ blokken naaien. Regel 2: met stoffen uit mijn voorraad. Ik ga er niets voor aanschaffen, op tussenvulling na, want die heb ik niet op voorraad. De volgende vraag was lastiger te beantwoorden “welke blokken ga ik maken?”. Daar kwam relatief eenvoudig een antwoord op. Ik zag de Home Sweet Home quilt in het magazine Love Patchwork & Quilting van Lynne Goldsworthy. En ik was niet het enige lid, dat die quilt voorbij zag komen, want Annemarie koos ‘m ook.

Het patroon

Ik vind een patroon heerlijk, vooral omdat ik er vanaf kan wijken. Het geeft me een idee, maar ook de ruimte om het anders te doen. De huisjes en boompjes van het patroon zijn opgebouwd uit simpele traditionele vormen, die met de machine makkelijk te maken zijn. Elk huisje heeft een sterblok.

Wat vind ik leuk, waar heb ik plezier aan: veel blauw, werken met low volume, gecoördineerd scrappy, ‘modern traditional’. Kortom, dat moest er allemaal in, want dan zou ik het wel afmaken. Ik besloot alle huisjes te maken van een blauwe stof met een simpele, meestal monochrome print, ook wel een blender genoemd. Het sterblok wordt de kleur van de maand in een effen (solid), en de achtergrondstof is scrappy. Ik koos voor de Zen Chic Paper-collectie en de opvolgers daarvan. Ik had verschillende Fat Eights, of restanten daarvan in mijn voorraad, omdat ik ze de ideale ‘low volume’ vind. Met deze keuzes en regels ging ik aan de slag en besloot gelijk dat ik de twist van halverwege de maand, alleen meenam, als ik dit vond passen in het geheel. Uiteindelijk heb ik die twists aan mij voorbij laten gaan.

De quilt

Met veel plezier heb ik elke maand een huis genaaid. Natuurlijk kon ik me qua sterblokken niet aan het patroon houden. Ik pakte er verschillende quiltboeken bij, om ook ander sterblokken voor de huisjes te maken. Veel van de sterren zijn opgebouwd uit halfsquare triangles (HST), en daar gebruik ik dan de Blocloc Ruler voor. Zo maak ik 2 of 8 HST’s, tegelijk, en als een tangram kun je dan verschillende blokken leggen, die meer of minder op een ster lijken. De kleur van de maand leverde wel een zoekpartij op, want beige of rood…. ik heb er bijzonder weinig van. Toch hoefde ik niets te kopen, want een 1 lapje van 8”vierkant bleek groot genoeg voor een ster.

Tegen september bedacht ik me dat de boompjes ook nog gemaakt moesten worden. Om wat extra ‘scrappy’ness toe te voegen, maakte ik de blaadjes in verschillende blauwe/groene kleuren. Mijn lokale quiltwinkel verkoopt stalen van collecties, die meestal niet in Nederland te verkrijgen zijn. Die stalen zijn heerlijk om scrappy mee te werken, en vaak ook fijn modern. Ideaal voor mijn boompjes, dus.

Uiteindelijk kwam de quilttop vrij vlot tot stand. Ik bleek nog niet genoeg blokken te hebben voor de grootte, die ik voor ogen had, dus maakte ik nog wat blokken bij met sterren in kleuren, die ik meer wilde zien in de quilt. Daarna kon ik lekker schuiven met de huisjes en boompjes. Voor de sashing bleek ik nog genoeg low volume te hebben, dus ik kon gelijk door.

Uiteindelijk gaat deze top ook een quilt worden, maar dat zal nog een paar maanden duren, want alles is ingepakt voor onze verhuizing komende zomer. Ik weet wat ik kan doen als er heerlijk quiltweer in de herfst is. Iets om naar uit te kijken.

Ontwerpen met het hart

Het hart is best een lastige vorm om mee te ontwerpen, omdat het een hele sterke vorm is. Je kunt het behoorlijk vervormen, en we zien er nog steeds een hart in. Ik heb al veel mooie werkjes met harten zien langs komen, meestal met het hart écht als hart. Ik stelde voor mijzelf de uitdaging om zo te gaan ontwerpen dat het hart niet direct te herkennen is.

Ik dacht bijvoorbeeld aan het ontwerpen van een bloem, waarbij de blaadjes door hartjes gevormd worden.

Omdat ik deze serie voor jullie schrijf, heb ik me ook eens verdiept in ontwerptheorie – het grappig is dat ik me niet kan herinneren dat we dat op de opleiding voor architect hebben gehad (ik heb gecheckt met een studiegenootje en zij had hetzelfde). Wij leerden vooral combinaties maken en daar goed naar kijken en effecten interpreteren…

Maar goed, volgens ontwerptheorie dus, bestaan er verschillende manieren om dat wat je wilt laten zien te verbeelden:

  • figuratief (of realistisch);
  • abstract (bewerking waarbij soms nauwelijks het origineel herkenbaar is);
  • surrealistisch (bijvoorbeeld klokken die smelten);
  • fantasie (bijvoorbeeld een schaap met sokken aan);
  • niet objectief/niet figuratief (vrije vormen, geen voorstelling);
  • geometrisch;
  • cultureel (bijvoorbeeld Afrikaans kunst).

Deze indeling heeft natuurlijk ook geen nut voor architectuur, maar ook andere ontwerpelementen en principes (waar ik een volgende keer wat meer over zal vertellen) hebben we nooit zo specifiek als theorie geleerd. Dus eigenlijk meer ontwerpen – met het hart – .

Nu heb ik zelf vaak de neiging om figuratief te werken in mijn ontwerpen, zie de bloem hierboven… En heb ik mezelf voor het hart tot uitdaging gesteld om eens meer geometrisch te werken. Ik heb daarvoor het ‘standaard’ quilt hart genomen, in een vierkant.

Eerst maar eens een heel aantal harten herhaald met en zonder tussenstroken. De tussenruimte maakt dat het hart als losse vorm beter herkenbaar is, maar voor een geometrisch patroon werkt het beter zonder de tussenruimte. Je ziet al wel een grappig ‘bergen-zigzag” ontstaan.

En dan een rij onderste boven gezet – hé, er ontstaan grote en kleine vierkantjes tussen de harten. Ik ben eens gaan spelen met kleuren om de vierkantjes meer te benadrukken – of juist de harten.

Door een deel van de harten een kwartslag te draaien ontstaat er een vierkant met kleine en grote vierkantjes als randen. De inverse (rood-wit omgekeerd) legt de nadruk minder op de hartvorm. De hoeken zijn een beetje rommelig, dus als je het beeld netjes wilt maken voor het oog, kan er op de hoeken een aangepast blok. Het grappige is dat hierbij de harten nog minder opvallen, maar het zijn nog echt wel gekoppelde harten….

Als laatste oefening voor mezelf wilde ik met de rijen harten een verloop creëren in kleurstelling waardoor aan de bovenzijde vooral het hart herkenbaar is, en aan de onderzijde juist de vierkantjes. Ik heb deze in EQ8 gemaakt, en een alleen gebruik gemaakt van de stofjes die standaard beschikbaar zijn in het programma. Met echte stofkeuze (of het breder kiezen uit de bibliotheek van EQ8) zijn er nog meer nauwkeuriger schakeringen te maken om het ontwerp verder verfijnen. Door de bovenste rij die omgekeerd staat ook rechtop te zetten wordt de hartvorm aan de bovenzijde nog extra benadrukt. Zie hier een geometrisch patroon met harten!

Weg met die koudwatervrees – ontwerpen voor een Round Robin

Ik hoor leden twijfelen over het meedoen aan de Round Robin. Ik zal proberen die koudwatervrees een beetje te verhelpen en je op te warmen voor het deelnemen aan de Round Robin. En als je al besloten hebt mee te gaan doen, dan heb je vast iets aan de ontwerpprincipes die ik met je deel!

Uitdaging en spanning

Waarom ik zo enthousiast ben over het meedoen aan de Round Robin? Tja, ik houd van een ontwerp uitdaging. En het leuke aan een Round Robin vind ik dat je probeert aan te sluiten bij de stijl, de type stoffen en de kleuren die de maakster van het beginblok (of in deze ronde beginrij) heeft gemaakt. Hierdoor word ik uit mijn eigen comfortzone gehaald. En toch druk je er je eigen stempel op, dat gaat als vanzelf, en kun je misschien wel herkennen wat ik heb toegevoegd aan een Round Robin van een ander.

Ik vind het ook wel heel erg spannend, om mijn beginblok de ronde in te sturen…. En dan maar afwachten wat voor quilt er terugkomt… Een oefening in loslaten… Ik heb nu twee rondes via DutchMQG meegedaan, en heel wat Round Robins (ook buiten de vereniging) bestudeerd. En ik heb daarin een aantal aspecten ontdekt, die de kans op succes vergroten. Doe er je voordeel mee, voor jezelf en voor je groepje!

Vier van de zes startblokken voor mijn eerste Round Robin 2021 (toen nog ongequilt).

Het idee van mijn improv New York Beauty blokken is door de verschillende maaksters mooi overgenomen. Je ziet dat de variaties de quilt juist interessant maken. De kleur is hier ook goed vast gehouden.
Round Robin 2021.

Aandacht en respect

Het begint allemaal met je eigen startblok of -rij. Als jij iets hebt afgeraffeld, of overduidelijk een oud blok uit de kast hebt getrokken, dan kun je ook niet verwachten dat anderen hun beste beentje gaan voorzetten voor jou. Ik heb dit niet gezien binnen DutchMQG hoor, maar wel elders…. Evenals het toevoegen van hetzelfde standaardblok bij alle quilts die langskomen, of overduidelijk je minst favoriete lapjes uit een hoekje halen, ook al sluit het niet aan… Dit is ook een beetje waar sommige leden bang voor zijn, dat dit bij hun quilt gebeurd. En het kan best lastig zijn om voor elke ronde weer iets nieuws te verzinnen en hoe je goed kunt aansluiten op wat er al voor je ligt. Daarom: lees snel verder!

Lees meer